Waarderingsgrondslagen

De gehanteerde waarderingsgrondslagen zijn in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording
(BBV). Voor een nadere uitwerking van de BBV-regels heeft de gemeenteraad de volgende kadernota’s vastgesteld:

 
Ook wordt voldaan aan de verplichtingen van de ministeriële regeling Single Information Single Audit (SiSa). Op basis van deze regeling legt de gemeente via een bijlage bij de jaarrekening verantwoording af over een aantal specifieke uitkeringen. Deze bijlage maakt deel uit van de jaarrekening en valt daarom ook onder de strekking van de controleverklaring.

De primitieve begroting is de begroting zoals die is vastgesteld door de gemeenteraad voorafgaand aan het begrotingsjaar. Dit is niet hetzelfde als het boekwerk waarover de gemeenteraad heeft besloten. Het gaat om meer. In de primitieve begroting zijn ook verwerkt:

• de begrotingswijzigingen waarover de gemeenteraad separaat heeft besloten, tussen het moment van het opstellen van de begroting en 1 januari van het begrotingsjaar;
• de amendementen en moties die de raad heeft aangenomen bij de besluitvorming over de begroting.

Op basis van de overzichten van het Centraal administratiekantoor (CAK) kan de gemeente Almere de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen aan de hand van de eigen Wmo-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is, om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat de gemeente Almere geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kan verkrijgen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De gemeente Almere is verplicht, op grond van de kadernota rechtmatigheid, deze onzekerheid te noemen in de jaarstukken, ook al ligt de oorzaak niet bij ons. Dit geldt overigens voor alle gemeenten.

Vanaf 1 januari 2016 is de gemeente belastingplichtig geworden voor de Vennootschapsbelasting (Vpb) voor zover het ondernemingsactiviteiten betreft ('door de ondernemerspoort gaan'). Één en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst. In deze vaststellingsovereenkomst zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Inmiddels is een overeenstemming bereikt met de belastingdienst. Het enige wat nog ontbreekt is de formele handtekening. Op basis van deze overeenkomst hoeft Almere in ieder geval tot en met 2020 geen Vpb te betalen.

Voor vergelijkingsdoeleinden is er een aanpassing in de beginbalans (31-12-2019) doorgevoerd. Per saldo is dit neutraal. Het betreft de volgende balanscategorieën.

• Activa, rekening courant verhoudingen met niet-financiële instellingen: -/- € 303.000
• Activa, overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen: € 226.000
• Passiva, overige schulden: € 72.000
• Passiva, overlopende schulden: € 4.000

De overige vergelijkende cijfers sluiten aan met de definitieve Programmarekening 2019.

Er zijn in 2020 geen schattingswijzigingen doorgevoerd.

We hebben in 2020 te kampen gehad met de gevolgen van het ‘coronavirus’. We hebben minder inkomsten, bijvoorbeeld voor de toeristenbelasting, reclameopbrengsten en uit parkeeropbrengsten. Ook hebben we extra kosten moeten maken, bijvoorbeeld voor schuldhulpverlening en de verwerking van extra afval. Voor een groot deel zijn we hiervoor gecompenseerd door het Rijk. De financiële schade valt daardoor mee. We weten echter nog niet wat de toekomst brengt. We zien als gevolg van corona bijvoorbeeld extra risico's, bijvoorbeeld ten aanzien van bezoekersaantallen en sponsoring van de Floriade. Hiervoor hebben we in de begroting € 12 miljoen apart gezet. Hier worden wij vooralsnog niet voor gecompenseerd door het Rijk.

De financiële positie van de gemeente is vooralsnog sterk genoeg om de gevolgen op te vangen. Deze staat echter wel onder druk. In de begroting hebben wij maatregelen moeten treffen om de stijgende kosten op te vangen. In de Perspectiefnota 2022 (voorjaar 2021) hebben wij ons financieel perspectief opnieuw geactualiseerd. We presenteren daarin een structureel sluitende meerjarenbegroting. In de eerste jaren zijn er echter nog wel (grote) tekorten, en er zijn nog veel onzekerheden. We maken ons daarbij ook hard voor extra steun van het Rijk. Dit wij niet alleen voor de gevolgen van corona, maar bijvoorbeeld ook voor de alsmaar stijgende kosten van de jeugdzorg en Wmo.

Door onze buffer, de doorgevoerde kostenbesparingen en de steun van het Rijk zien wij geen continuïteitsrisico voor de gemeente als gevolg van corona. De in deze jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de gemeente.