Hieronder wordt gerapporteerd over het verloop van de volgende financiële kengetallen:
- de netto schuldquote;
- de solvabiliteit;
- de grondratio;
- de structurele exploitatieruimte;
- onderbenutte belastingcapaciteit.
Bij de jaarrekening kijken we terug op het vorige boekjaar. Daarom is het goed om te vermelden dat de laatste twee kengetallen iets zeggen iets over de ruimte binnen de begroting om eventuele nadelen op te vangen. Gezien het belang van het kengetal 'structurele exploitatieruimte' voor het financieel toezicht is deze wel opgenomen. De onderbenutte belastingcapaciteit is niet opgenomen.
Schuldpositie
Netto schuldquote
De netto schuldquote laat zien wat de omvang is van de schulden ten opzichte van de jaarlijks beschikbare middelen. Hiermee geeft het een indicatie van de druk van de rentelasten op de exploitatiebegroting en de aflossing op de schulden. Om de quote te berekenen wordt het totaal van de schulden verminderd met de geldelijke bezittingen. Dit saldo wordt gedeeld door de totale baten. De netto schuldquote wordt tot 100% als voldoende beoordeeld, tussen de 100% en 130% is deze matig en hoger dan 130% wordt deze als slecht beschouwd.
Netto schuldquote
procenten
De netto schuldquote is ruim voldoende. Bovenstaande grafiek laat zien dat de schulden eind 2020 lager zijn als eind 2019. De afgelopen jaren zijn de schulden steeds verder afgenomen. De verwachting is dat voor de komende jaren de schulden ongeveer gelijk blijven. De inkomsten uit grondverkoop zijn van doorslaggevend belang voor het afbouwen van de schulden.
Weerstandspositie
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio is het percentage dat het eigen vermogen (de reserves) uitmaakt van het balanstotaal. Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Een ratio lager dan 20% wordt als onvoldoende beschouwd, tussen de 20 en 50% is deze matig en hoger dan 50% wordt deze als goed gezien.
Solvabiliteitsratio
procenten
De solvabiliteitsratio van de gemeente Almere is volgens de norm 'matig'. Sinds de maatregelen die in 2014/2015 zijn genomen om grondvoorraden af te boeken neemt de solvabiliteit toe. Ook ten opzichte van 2019 is er een kleine stijging. Het eigen vermogen is echter nog altijd kleiner dan het voor de economische crisis was. Daarnaast zijn er een flink aantal beklemde reserves, zoals reserves voor de afschrijving van investeringen en het FVA. Deze reserves kunnen niet, of met grote structurele kosten tot gevolg, worden aangesproken. De verwachting is dat de solvabiliteit de komende jaren, mede als gevolg van het in het coalitieakkoord voorgenomen beleid om de reservepositie te versterken, verder zal verbeteren. Dit is echter ook in grote mate afhankelijk van de economische situatie.
Grondratio
De grondratio is de verhouding tussen de totale boekwaarde van de grondvoorraad en de jaarlijkse baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De signaleringswaarde ligt tussen de 20% en 35%.
Grondratio
procenten
Eind 2020 komt de grondratio uit op 25% en valt daarmee binnen de gestelde norm. De ingrepen in het grondbedrijf hebben een positief effect gehad op de grondratio, die in 2013 nog bijna 80% was. Afwaardering van de grondvoorraad, in met name de jaren 2014 en 2015, zorgen voor een lagere boekwaarde zodat de terugverdientaakstelling realistisch is geworden. Volgens het MPGA zal de daling zich de komende jaren doorzetten, zodat de grondpositie flink wordt afgebouwd. De prognose is gebaseerd op het huidige MPGA. Hierdoor is het in exploitatie nemen van gronden die nu de 'MVA' status hebben of verwerving van nieuwe grondexploitatie niet meegenomen.
Meerjarige balans
De tabel hieronder geeft de meerjarige balans weer, zoals deze verwacht wordt op basis van de huidige meerjarenramingen:
bedragen x € 1 miljoen
activa | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | passiva | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
materiële vaste activa | vaste passiva | ||||||||||
economisch nut | 790 | 804 | 819 | 892 | 935 | eigen vermogen | 401 | 448 | 398 | 420 | 442 |
waardecorrectie | -118 | -116 | -116 | -116 | -116 | voorzieningen | 64 | 71 | 68 | 71 | 75 |
financiële vaste activa | 35 | 42 | 50 | 50 | 50 | langlopende leningen | 430 | 399 | 369 | 364 | 373 |
vlottende activa | vlottende passiva | ||||||||||
bouwgronden in exploitatie | 333 | 292 | 221 | 187 | 159 | kortlopende leningen | 91 | 46 | 85 | 102 | 83 |
waardecorrectie gronden | -66 | -60 | -60 | -60 | -60 | overlopende passiva | 102 | 106 | 108 | 108 | 108 |
overige vlottende activa | 115 | 108 | 112 | 112 | 112 | ||||||
totaal activa | 1.089 | 1.071 | 1.028 | 1.065 | 1.081 | totaal passiva | 1.089 | 1.071 | 1.028 | 1.065 | 1.081 |
Structurele exploitatieruimte
Eigenlijk is dit een begrotingskengetal, die aangeeft of de meerjarenbegroting structureel betaalbaar is (duurzaam). De gedachte is dat je bij de jaarrekening dan ook kan meten of het jaarresultaat ook structureel sluitend is. Voor het financieel toezicht is dit kengetal van belang en daarom opgenomen. Het kengetal wordt berekend door het resultaat op de structurele baten en lasten te delen door de totale baten. Een uitkomst van 0% of hoger is voldoende. Een negatieve uitkomst is onvoldoende:
Structurele exploitatieruimte
procenten
Afhankelijk van het behaalde jaarresultaat fluctueert dit kengetal over de jaren heen. We meten dit kengetal pas vanaf 2016. De begroting in de jaren 2021 en 2022 heeft een structureel tekort, vanaf 2023 is er een beperkt structureel overschot.