In het coalitieakkoord ‘Een frisse start” is opgenomen om het risicomanagement en de financiële buffers door te ontwikkelen. Er dient inzicht te komen tot een heldere indeling van de incidentele en structurele risico’s. Daarnaast moet er een helder kader komen waarmee duidelijk wordt op welke wijze de gemeente met haar reserves dient om te gaan en hoe deze in verhouding staan tot het risicoprofiel. Dit nieuwe kader ligt er nog niet
Ook de definitie van wat risico's zijn is onderdeel van deze doorontwikkeling. Zolang er nog geen nieuw kader ligt, houden wij vast aan de huidige werkwijze en definities. In lijn met deze opdracht hebben we net als bij de vorige actualisatie al een aantal begripsaanpassingen doorgevoerd. Daarnaast komen we ook weer terug op de structurele risico’s.
Gevormde reserves
De gemeente heeft per eind 2020 circa € 440 miljoen aan reserves. Onze reserves nemen af doordat we tekorten hebben voor de jaren 2021 tot en met 2024. Daarnaast betalen we vastgesteld beleid vanuit de reserves. In de grafiek hieronder is de opbouw van onze reserves per einde van het jaar opgenomen
Reserves
bedragen x € 1 miljoen
Reserves kunnen worden ingedeeld in ‘bestemde reserves’ (rood), ‘risico reserves’ (blauw) en de ‘buffer’ (groen). De buffer en de risicoreserves vormen tezamen de algemene reserves van de gemeente Almere. De risicoreserves zijn bedoeld om de verwachte verliezen (dit noemen wij conform de kadernota risico’s) af te dekken. De buffer dient om onverwachte verliezen op te kunnen vangen. Als de omvang van de risicoreserves kleiner is dan de verwachte verliezen hebben we naar verwachting onvoldoende middelen om verliezen in de toekomst op te vangen.
Te zien is dat met name de risicoreserves tussen eind 2020 en eind 2021 afnemen. Dit komt vooral door de winstafdracht van het grondbedrijf van bijna € 30 miljoen en omdat we nog € 10 miljoen uit de saldireserve halen voor eenmalige uitgaven. De winstneming van het grondbedrijf wordt voor de helft (€ 15 miljoen) gestort in de buffer. Doordat er in 2021, 2022 en 2023 tekorten zijn in de begroting neemt de buffer ook weer af.
Voor de buffer hebben we nog geen benodigde omvang bepaald. De benodigde omvang van de buffer dient bepaald te worden bij de doorontwikkeling van het risicomanagement en de buffers. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de buffer aan het einde van de coalitieperiode een omvang heeft van € 60 miljoen. Bij de programmabegroting van 2021 is aangegeven te rekenen met een lager spaardoel van € 48 miljoen. De buffer bevat naar verwachting aan het eind van 2022 € 39 miljoen. Verderop in deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de dekkingsgraad van de algemene reserves.
Begin van 2021 heeft het grootste deel van de reserves een bestemming (€ 251 miljoen). € 23 miljoen hiervan zijn beklemde middelen binnen de algemene reserves. De reguliere bestemmingsreserves zijn daarmee € 228 miljoen. Deze reserves kunnen we niet zomaar gebruiken, doordat er voorwaarden zijn om hier gebruik van te maken. Zo hebben we € 104 miljoen gereserveerd voor afschrijvingskosten van reeds gedane investeringen. Daarnaast zit er € 73 miljoen binnen het Fonds Verstedelijking Almere, € 21 miljoen in de reserves stedelijke vernieuwing en infrastructuur (MIPA), € 10 miljoen in de reserve sociaal domein en € 4 miljoen in de reserve Floriade.
Hoe gezond zijn onze gemeentefinanciën?
Het totale geldgevolg (maximale risico na het nemen van beheersmaatregelen) van alle geïnventariseerde risico’s is ingeschat op € 426 miljoen. Deze risico's kunnen we in drie categorieën indelen:
- € 123 miljoen aan risico's binnen de begroting en die een mogelijk beslag leggen op de algemene midden Deze risico's voorzien wij in de saldireserve
- € 53 miljoen aan risico's bij de negatieve grondexploitaties. Deze risico's leiden tot extra verlies in het grondbedrijf. Deze risico's voorzien wij in de reserve weerstandsvermogen van het grondbedrijf
- € 251 miljoen aan risico's bij de positieve grondexploitaties. Bij het voordoen van deze risico's wordt er minder winst afgedragen. Omdat we de winst niet vooruit begroten leidt dit niet tot nadelen in de begroting. Hiervoor is dus geen reserve nodig.
Te zien is dat we voldoende reserves hebben om de in kaart gebrachte risico's af te dekken. We hebben per eind 2022 ook nog € 39 miljoen in de buffer voor onbekende risico's.
In het vervolg van deze paragraaf lichten we de risico's op de algemene dienst en het grondbedrijf op hoofdlijnen toe. In de programmaplannen wordt dieper ingegaan op de risico's op de algemene dienst. De risico’s van het grondbedrijf zijn toegelicht in het MPGA.
Effecten coronapandemie
In het voorjaar van 2020 kreeg Nederland te maken met de gevolgen van de coronapandemie. De gevolgen voor de gemeente zijn ingrijpend. Tot nu toe kunnen we met het extra geld dat we van het Rijk krijgen voor corona de extra kosten of lagere inkomsten grotendeels betalen. Voor de extra kosten die we voor de Floriade maken en jeugdhulp hebben we nog geen geld gekregen. Dit is toegelicht in de coronaparagraaf in de inleiding.
Er blijft een risico dat we niet volledig gecompenseerd worden vanuit het Rijk voor de tekorten vanaf 2021.
Op het moment dat het Rijk een besluit neemt om de corona steunmaatregelen af te bouwen, lopen we als gemeente een verhoogd risico om meer te moeten doen op bijv. het gebied van re-integratie, werkgelegenheid of het ondersteunen van lokale ondernemers om faillissementen te voorkomen. We zien ook een risico dat er minder parkeeropbrengsten in het stadscentrum zijn na corona. Mogelijk moeten we ook meer vorderingen kwijtschelden of doen inwoners een groter beroep op de regelingen rondom het kwijtschelden van belastingen. Er is tot nu ook geen duidelijkheid over hoeveel geld we krijgen voor deze misgelopen inkomsten.
Voor de risico als gevolg van de pandemie hebben we een reservering van € 2 miljoen opgenomen.
Om de risico’s te bepalen hebben we gekeken naar:
- de kosten die zich in het afgelopen jaar hebben voorgedaan als gevolg van corona
- de risicoanalyse van onze gemeente
- de risicoanalyse van andere gemeenten
Andere gemeenten hebben ook risico's voor corona opgenomen
Dit weten we omdat we opnieuw een korte rondvraag hebben gedaan bij een aantal grote gemeenten. Vergelijken is lastig. We weten bijvoorbeeld niet welke tekorten deze gemeenten hebben opgenomen. We hebben de vergelijking vooral gebruikt om te kijken of we geen risico's missen. Dit is niet het geval.
De andere gemeenten geven ook aan dat het lastig is om bedragen te koppelen aan de risico's. Onduidelijk is hoe lang de pandemie nog duurt. Ook is onduidelijk of het Rijk kosten door corona blijft compenseren en of het Rijk gaat bezuinigen. Verder zijn andere gemeenten net als ons bezorgd om de risico’s die optreden na de crisis en waarvoor geen compensatie geboden zal worden.
Structurele risico's in de begroting
We hebben nog geen kader hoe we omgaan met structurele risico’s. Dit betekend dat op het moment dat zich structurele tekorten voordoen, en we ontvangen geen extra middelen uit het gemeentefonds, we moeten bezuinigen. Of en hoe we een structurele buffer kunnen aanleggen is onderdeel van de doorontwikkeling van de buffers en het risicomanagement. Zo lang we geen structurele buffer hebben nemen we onze belangrijkste structurele risico’s incidenteel op. Het gaat om de volgende risico’s:
- Volumegroei van het sociaal domein
- Invoering van de Omgevingswet en de wet private kwaliteitsborging van circa € 3 miljoen
- Te lage indexatie voor de kosten van beheer en onderhoud van circa € 3 miljoen