Leningenportefeuille
Op 31 december 2020 hadden we een vaste schuld van € 390 miljoen. Op 1 januari 2020 was dat nog € 430 miljoen. We hebben in 2020 drie leningen afgelost, voor totaal € 40 miljoen.
Treasury beleid
Gemeentes mogen niet speculeren met rente. Dit staat in de wet Financiering decentrale overheden (FIDO). We willen als gemeente natuurlijk zo weinig mogelijk rente betalen, maar ook geen onnodige risico's lopen. Leningen met een korte looptijd zijn gemiddeld 1 procentpunt goedkoper dan leningen met een lange looptijd. Maar de rente van leningen met een korte looptijd kan ook snel stijgen. Daarom schrijft de wet voor dat gemeenten een mix moeten hebben van kortlopende en langlopende leningen. Hiervoor staan 2 normen in de wet:
- de kasgeldlimiet;
- de renterisiconorm.
Ook zijn er regels wat gemeenten moeten doen als ze zelf teveel geld in kas hebben. Ze mogen dit alleen aan mede overheden uitlenen of bij het Rijk onderbrengen. We noemen dat 'schatkistbankieren'. De gemeente Almere heeft geen overschot in kas, dus wij lenen geen geld uit aan mede overheden en hebben geen geld bij het Rijk ondergebracht.
De kasgeldlimiet bedraagt € 83 miljoen
Dit kasgeldlimiet houdt in dat de gemeente maximaal 8,5% van het begrotingstotaal met kortlopende leningen en schulden mag financieren. Het begrotingstotaal was op 1 januari 2020 circa € 975 miljoen. Dit komt neer op een kasgeldlimiet in 2020 van circa € 83 miljoen. We mogen dit limiet maximaal 2 kwartalen op rij overschrijden. Als we ook daarna boven deze grens zitten, moeten we onze toezichthouder informeren. Dat is het college van gedeputeerde staten van Flevoland. In 2020 is dat niet het geval geweest.
ruimte onder c.q. overschrijding van de kasgeldlimiet | 1e kw | 2e kw | 3e kw | 4e kw |
---|---|---|---|---|
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | -19.490 | -31.879 | 17.764 | 40.846 |
We zijn binnen de renterisiconorm gebleven
Dit limiet houdt in dat het totaal aan verplichte aflossingen en renteherziening in een jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal mag zijn. Anders loopt de gemeente het risico dat de rentekosten sterk toenemen, als ook de rente sterk is gestegen. Bij het afsluiten van nieuwe langlopende leningen houden we daar dus rekening mee. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat die niet allemaal in hetzelfde jaar afgelost moeten worden. In 2020 hebben wij € 40 miljoen (verplicht) afgelost. Daarmee zijn we ruim onder de renterisiconorm van € 195 miljoen gebleven.
Wij baseren onze renteverwachting op de renteverwachting van de BNG
Om de treasuryfunctie goed uit te kunnen oefenen is het belangrijk om een zo goed mogelijke inschatting van de renteontwikkelingen te maken. Dat is niet gemakkelijk. Of de rente gaat stijgen of dalen hangt van veel factoren af. Bijvoorbeeld van de economische groei, het begrotingssaldo van het Rijk, de inflatie, het consumentenvertrouwen, de politieke spanningen in de wereld en de rentevisie van grote banken.
Op dit moment pompt de Europese Centrale Bank (ECB) veel geld in de economie. Dit drukt de rente naar een heel laag niveau, en is soms zelfs negatief. De ECB heeft de herfinancieringsrente ongewijzigd gelaten en bedraagt 0,00%. De rente die de ECB betaalt aan banken is zelfs -0,50%.
De rente voor kortlopende leningen is in 2020 iets verlaagd naar -0,55%. Wij denken dat dit in 2021 ongeveer zo blijft. De rente voor vaste geldleningen met een looptijd van 10 jaar is zelfs fors gedaald, van 0,19% naar -0,26%. We kunnen echter niet direct voor dat percentage geld lenen, omdat de banken een risico-opslag hanteren. We verwachten niet dat de rente op korte termijn (sterk) gaat stijgen.