In de Europese Unie (EU) zijn afspraken gemaakt over het begrotingstekort. Landen binnen de EU mogen een begrotingstekort hebben van 3% op het bruto binnenlands product (bbp). Het bbp is de waarde van alle gemaakte goederen en geleverde diensten van een land in één jaar. Gemeenten moeten zich ook aan deze regel houden. In 2020 mogen de uitgaven van Almere maximaal € 34,1 miljoen hoger zijn dan onze inkomsten.
Het EMU-saldo over 2020 is bijna € 100 miljoen positief
Wij dragen dus positief bij aan het landelijke EMU-saldo. Dit is in onderstaande tabel weergegeven:
bedragen x € 1 miljoen | |
bedrag | |
resultaat voor reserves | 46,9 |
+ afschrijvingen t.l.v. exploitatie | 22,7 |
+ bruto dotaties aan post voorzieningen t.l.v. exploitatie | 37,2 |
- vrijval voorzieningen | -14,4 |
- investeringen (im)materiële vaste activa | -45,2 |
+ niet in exploitatie verantwoorde baten | 2,1 |
+ desinvesteringen (im)materiële vaste activa | 0,4 |
- niet in exploitatie verantwoorde baten desinvesteringen | 0 |
- lasten grondexploitatie | -64,8 |
+ niet in exploitatie verantwoorde baten grondexploitatie | 138,8 |
- lasten transacties met derden op balanspost voorzieningen | -18,4 |
- lasten i.v.m. transacties met derden op balanspost reserves | 0 |
- verkoop van effecten | 0 |
saldo | 96,6 |
Het positieve EMU saldo komt vooral door:
- een voordeel op het jaarresultaat zonder reservemutaties van € 40 miljoen. Dit komt vooral door vertraging in investeringen van bijvoorbeeld het FVA en FSV en winstneming van het grondbedrijf. Hierin zit ook ruim € 14 miljoen aan vrijval van voorzieningen. Die wordt in een aparte regel gecorrigeerd omdat dit geen echte inkomsten zijn.
- hogere inkomsten dan kosten op de grondexploitatie. Dit levert een voordeel op van € 74 miljoen.
- De afschrijvingen en de dotaties aan de voorzieningen in 2020 zijn ongeveer even hoog als de investeringen en uitgaven die uit de voorzieningen worden betaald. Dit heft elkaar op.