Stimuleren woningbouw

De stad wordt voorbereid op de vergrijzing enerzijds en de transitie in de zorg anderzijds, omdat meer ouderen zelfstandig blijven wonen. Dit wordt gedaan door onderzoek, mogelijk maken van verhuizing naar passende woonvormen, een bewustwordingscampagne, impulsprojecten en door communicatie over het geheel.

De huisvesting van statushouders dient saldoneutraal te zijn. Óf de statushouders betalen de huur zelf, óf deze wordt gedekt uit hun uitkering. De Rijksoverheid bepaalt elk half jaar het aantal vergunninghouders dat gemeenten moeten huisvesten.

De huisvestingsverordening regelt de verdeling van  sociale huurwoningen met een maximale "kale" huur per maand. De uitvoering van de urgentieregeling valt ook onder deze post. De kosten worden afgedekt uit inkomsten uit inschrijvingen.

Het gaat hier om de kosten van de kavelwinkel en marketing/website voor particulier opdrachtgeverschap (PO, zelfbouw van woningen). Doel is het op de markt brengen en verkopen van PO kavels. De ambtelijke kosten zijn opgenomen onder de apparaatskosten. In het eerste halfjaar is een visie voor het particulier opdrachtgeverschap vanaf 2020 gereedgekomen, met daarin een geactualiseerde begroting van de kavelwinkel. De kosten inclusief apparaat bedragen circa € 510.000, hiervan wordt ongeveer 70% betaald door een bijdrage per kavel uit de grondexploitatie en 30% vanuit de algemene middelen. Zie de paragraaf Grondbeleid voor een toelichting op deze geactualiseerde begroting.

De starterslening is bedoeld voor starters op de woningmarkt die een huis willen kopen. In de eerste drie jaar hoeft over (een deel van) de hypotheek geen rente te worden betaald. Daarna wordt om de drie jaar aan de hand van het salaris bekeken of er wel rente betaald kan worden.

Dit betreffen kosten voor de uitvoering van het woonbeleid, de actualisatie van de woonvisie. onderzoeken naar volkshuisvestingsvraagstukken Ook worden hieruit  subsidies aan corporaties betaald.